Dinsdag 21 mei 2019 was een gedenkwaardige dag voor cliënten en hun wettelijk vertegenwoordigers in de zorgsector. De Eerste Kamer `aanvaarde’ (zoals de voorzitter dat noemde) het wetsvoorstel Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) 2018. Een half jaar na het moment van aanvaarding door de Tweede Kamer. Hierdoor zal na 23 jaar de huidige WMCZ vervangen worden.
Veel op de schop
Cliënten en hun wettelijk vertegenwoordigers cliëntenraden krijgen aanzienlijk sterkere bevoegdheden (bijvoorbeeld instemmingsrecht bij de belangrijkste zaken). Er moeten lokale cliëntenraden komen als de cliënten of hun wettelijk vertegenwoordigers dat uitspreken, cliëntenraden krijgen recht op onafhankelijke ondersteuning, een harder recht op faciliteiten of juridische ondersteuning bij geschillen of bemiddeling, cliëntenraden moeten in een vroeg stadium bij de voorbereiding van met name genoemde belangrijke besluiten betrokken worden, ze krijgen recht op overleg met de Raad van Toezicht, enzovoort.
Daarnaast moeten de zorgorganisaties aanvullend op de zorgplannen directe inspraak gaan organiseren over de directe zorg van cliënten (bijvoorbeeld huiskamergesprekken en enquêtes). Cliëntenraden worden verplicht met hun achterban te gaan communiceren over belangrijke adviezen en moeten ook terugkoppelen. Al met al gaat er veel op de schop!
Spannend slot
Het was nog spannend 21 mei in de Eerste Kamer. De kans was namelijk groot dat de Eerste Kamer na de schriftelijke antwoorden van Minister Bruins van VWS een nieuwe schriftelijke ronde zou inlassen of een uitgebreide plenaire behandeling zou willen met discussies met de minister. Dit zou tot gevolg hebben dat de afhandeling door de nieuwe Eerste Kamer had moeten gebeuren. Voorzitter van KansPlus, Pouwel van de Siepkamp, pleitte 9 mei jl. in een vlammend betoog voor afhandeling van het wetsontwerp door de zittende Eerste Kamer (zie bijgaande brief). Resultaat was dat de Eerste Kamer het wetsontwerp 21 mei als hamerstuk afdeed.
Voorbereiden
We kunnen ons nu gaan voorbereiden op de invoering van de wet. Naar verwachting treedt de wet 1 januari of 1 juli 2020 in werking, of ergens er tussenin. Na de inwerkingtreding hebben aanbieders en cliëntenraden samen een half jaar de tijd de medezeggenschapsregelingen te vervangen door regelingen die aan de wet voldoen.
Handreiking
De minister is nu nog bezig met een uitvoeringsbesluit over de vraag welke type voorzieningen onder de wet gaan vallen en welke precies niet (bijvoorbeeld justitiële instellingen). Dat besluit legt de minister voor aan de regering. En gaat vervolgens nog naar de Raad van State, Tweede Kamer en Eerste Kamer. Maar dat zal zeker einde dit jaar afgehandeld zijn. De voorbereiding van de invoering is eigenlijk al begonnen. KansPlus/VraagRaak en Landelijk Stichting Raden (LSR) zijn samen met landelijke organisatie van aanbieders (Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland) aan de slag gegaan om een model medezeggenschapsregeling of handreiking te maken voor de sector.
Hetzelfde geldt voor de kosten, scholing en ondersteuning. Eind 2018 organiseert KansPlus/VraagRaak met LSR en LFB weer een congres in Lunteren over medezeggenschap en zal VWS een congres organiseren over de directe inspraak. De voorbereidingen van dit alles is in volle gang.
Nadenken
Het lijkt erop dat de zorgaanbieder en cliëntenraden op dit moment nog niet zoveel kunnen doen. De modelregelingen of handreikingen zullen in het najaar klaar zijn en KansPlus/VraagRaak zal de nodige informatie geven zodat nagedacht kan worden hoe cliëntenraden de wet willen invullen. Dat hoeft niet afhankelijk te zijn van de formele ingangsdatum van de nieuwe wet.
reactie Kansplus
persbericht versterken medenzeggenschap
brief aan eerste kamer